De geschiedenis van de langharige Hollandse
Herdershond L.F. Triebels Gepubliceerd in NHC clubbladen van 1979 Verantwoording Over de geschiedenis van de kortharige en ruwharige Hollandse herdershond is voldoende geschreven om een goed overzicht te krijgen over het wel en wee van deze twee variëteiten vanaf de oprichting van de Nederlandse Herders honden club op 12 juni 1898 tot op de dag van vandaag. Gedetailleerde beschrijvingen kan men vinden in het boek "Schepershonden van het West-Europese vasteland" (Ontstaan, ontwikkeling en gebruik) door D.W. van Brouwershaven, Dick M. Engel en C.A. Kruis, uitgegeven bij J. van Tuyl N.V., Zaltbommel-Antwerpen. Hierin zijn ook een flink aantal stambomen opgenomen, zodat men een goed inzicht krijgt van de afstamming van een aantal bekende en voor de fokkerij belangrijke kort -en ruwharen. Voor de langhaar ontbrak tot nu toe zowel een historisch overzicht als ook een stamboombeschrijving. Veel minder dan bij de kort -en ruwhaar het geval is, loopt de geschiedenis van de langhaar ook parallel met de geschiedenis van de Nederlandse Herdershonden Club. Het leek me daarom nuttig om deze geschiedenis te schrijven, temeer omdat veel tegenwoordige bezitters en fokkers van de langhaar de directe voorgeschiedenis van hun honden niet persoonlijk meer hebben meegemaakt. Bij het schrijven van dit stuk hebben zich een tweetal ernstige moeilijkheden doen gevoelen. Allereerst het feit dat de thans 96-jaige dr. W. v.d. Akker, die zo'n beslissende rol heeft gespeeld bij de herbloei van de langhaar, zelf niets meer heeft kunnen mededelen. Hoe graag had ik nog eens met hem die eerste periode willen doornemen; het kon niet meer. Toen ik hem op 2 oktober 1977 voor het eerst na ruim 25 jaar opzocht, was dat weliswaar een verheugende herkenning, maar de herinnering aan de vroegere honden was bij hem vervlogen. Gelukkig zijn er nog de persoonlijke herinneringen en een aantal foto's die hij me indertijd heeft gegeven. Mocht later blijken dat er nog stukken, aantekeningen en foto's in zijn bezit waren, dan is te hopen dat die voor bestudering beschikbaar komen. Misschien zullen er dan wijzigingen en aanvullingen op deze geschiedenis moeten komen. De overweging om, ondanks mogelijkerwijs tijdelijke of blijvende hiaten, toch over te gaan op een geschiedschrijving, was gebaseerd op het bovenvermelde ontbreken van een overzicht en omdat er misschien anders ook nooit meer iets over geschreven zal worden. De tweede moeilijkheid was de afwezigheid van een archief van de Nederlandse Herdershonden Club. Hoe ongelofelijk het ook lijkt voor zo'n oude rasvereniging, maar het archief van de NHC is in de loop van de na-oorlogse jaren zoekgeraakt. Dit is natuurlijk niet alleen een grote handicap voor een gedetailleerde geschiedschrijving van de langhaar, maar evenzo voor de kennis van de kort -en ruwhaar. Verschillende gegevens moesten dan ook ontleend worden aan het reeds genoemde werk "Schepershonden van het West-Europese vasteland", dat omstreeks 1959 verschenen is, maar nergens, zelfs antiquarisch of via de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, meer te krijgen is. Ik heb een exemplaar via de Koninklijke Bibliotheek te Brussel uit Antwerpen moeten laten komen om te fotokopiëren. Verschillende gegevens moesten ook ontleend worden aan het boekje van J. van Rheenen "De Hollandse en Belgische herder", uitgegeven door Thieme te Zutphen. De eerste druk hiervan verscheen in 1966 en de vierde, meest recente, waarvan in dit stuk gebruik gemaakt is, verscheen plusminus 1974. Vermoedelijk heeft van Rheenen op de een of andere manier nog wél gebruik kunnen maken van allerlei oude gegevens, verslagen van vergaderingen van de NHC en van tentoonstellingscatalogi. Ik wil hier uitgeverij W.J. Thieme te Zutphen van harte bedanken voor hun toestemming, mij bij schrijven van 11 augustus 1978 verleend, om uit het boek van J. van Rheenen, waar nodig te citeren. Het zou onmogelijk geweest zijn deze geschiedenis van de langharige Hollandse herdershond te schrijven zonder de bijzonder waardevolle hulp van anderen, die mij bij vaak beslissende momenten informatie en veelal ook foto's toegestuurd hebben. Hierbij wil ik hun dan ook mijn oprechte dank betuigen voor hun medewerking en het grote vertrouwen dat ze me geschonken hebben door me dikwijls alle foto's van hun oude honden tijdelijk voor reproductie af te staan. Het zijn: mej. E. v.d. Akker te Zeist voor haar informatie en foto van Rik of Ricky; mevr. E. de Boer-Löming te Bilthoven voor haar informatie betreffende de familie Corbeel en Blida; mevr. A.J. Gorter-Ter Pelkwijk voor haar foto's van Reintje; dhr. J.B. Helms te Amersfoort betreffende zijn informatie over Cora van het Eigen Land, zijn vele foto's en uitvoerige documentatie; mevr. E. Koele-Groothuizen te Zeist voor haar informatie en foto's van Prins 11; dhr. C.A. Kruis voor zijn informatie over Paris en Margando's Brutus; dhr. en mevr. Ter Pelkwijk te Beetsterzwaag voor hun informatie en foto's van Wolf en Flip. |